DE SAMENHANG VAN INTERIEUR EN ARCHITECTUUR: Het woonhuis heeft een bakstenen onderbouw met daarop een lichte transparante glazen tussenbouw. De bovenbouw, de ‘gesloten’ kapconstructie, lijkt door de openheid en transparantie van de glazen tussenlaag optisch te zweven boven het maaiveld.

 

De enorme kap met royale overstekken wordt  visueel gedragen door een volume dat in het midden van de woning is opgesteld. Dit volume waaromheen een trap is gecomponeerd, steekt vanaf de beganegrond door naar de bovenverdieping en krijgt daar als een vrijstaand blok, los van de kapconstructie, zijn beëindiging.

 

In het vormgevingsplan voor het interieur is er voor gekozen dit volume tot een uitgesproken kern van het woongebied te maken. Dit dragende volume als middelpunt van het wonen wordt sterk benadrukt in vormgeving en materialisering.